Parlementaire enquête wordt onontkoombaar

 

De oriënterende getuigenverhoren op verzoek van de stichting De Roestige Spijker verlopen niet onopgemerkt. Integendeel. Het is allemaal nogal pijnlijk voor de betrokkenen, want door de aandacht van  de media voltrekt zich een soort van volksgericht. Veel vermoedens die al jaren bestonden, worden nu al of niet onder ede bevestigd. En niet door de eersten de besten. Anderen, vaak ook niet de eersten de besten,  zeggen zich  niets meer te kunnen herinneren.

Dit had allemaal voorkomen kunnen worden als de zaak destijds degelijk naar de regels van de wet was onderzocht. Intussen weten we zeker dat dit niet is gebeurd en dat de verdenkingen van kindermisbruik door hooggeplaatste justitieambtenaren bij herhaling onder tafel zijn geschoven.

 

Rolodex

In de eerste plaats moet gezegd dat er zeker nog geen rond bewijs is voor alle verhalen die over Demmink zijn opgedoken in  de Rolodex-zaak eind jaren negentig en in de Anne Frankplantsoen kwestie in 2003. Het volksgericht is dus voorbarig. Maar de uitspraak van Donner (“geen rook, laat staan vuur”) blijkt definitief onjuist. Of er vuur is weten we inderdaad nog niet zeker, maar is er wel heel veel rook. Er is vanaf het begin altijd rook geweest, zo blijkt ondubbelzinnig uit de verklaringen die nu op tafel liggen.

 

Het Rolodex-onderzoek is van bovenaf gefrustreerd en moest worden gestaakt omdat er gelekt was. Dat moet vanuit  het OM of het departement zijn gedaan, zo verklaarden de getuigen De Koter en Hoek. Beiden waren als rechercheur betrokken bij het Rolodex-onderzoek. Maar omdat het een uiterst geheim embargo-onderzoek betrof waren zij slechts gedeeltelijk op de hoogte van elkaars activiteiten.  Dat rechercheur Hoek zich bijna geen namen van verdachte personen kan herinneren is hierdoor te verklaren. De direct betrokken CID-rechercheur weet alles van het voorbereidend onderzoek, de tactisch leider leest alleen de voor zijn verdere onderzoek relevante samenvattende rapportage, waarin mogelijkerwijs de naam Demmink niet stond vermeld.  Voormalig hoofdofficier Vrakking heeft de verklaring van de CIE-rechercheur De Koter  in zijn NRC-interview in ieder geval bevestigd. Hij was als hoogste baas van het openbaar ministerie te Amsterdam wel op de hoogte. Hij werd indertijd zelfs boos opgebeld door secretaris-generaal Borghouts met de vraag waarom er onderzoek werd gedaan naar diens ambtenaar Demmink. Vrakking vraagt zich terecht af hoe Borghouts dit kon weten. Een redactioneel commentaar van de NRC gaat ervan uit dat Borghouts door Demmink zelf is getipt. En dat is inderdaad niet onwaarschijnlijk.

 

Door de bevestiging van Vrakking weten we nu zeker dat de naam Demmink  bij de Rolodex-zaak wel degelijk, zij het  slechts in de voorfase, in beeld was. Door Vrakking is bovendien bevestigd dat het onderzoek niet afgemaakt kon worden. Bij een geplande huiszoeking bij een VU-hoogleraar,  de dag na het telefoontje, was het bewijs in de Rolodex-zaak plotseling verdwenen. Het jongensprostitutienetwerk was getipt. Er werd plotseling niet meer gebeld met de getapte 06-lijnen. Bij de huiszoeking zag men dat  computer, videorecorder en videobanden waren weggehaald. Rechercheur De Koter vertelde dat de snoeren nog aanwezig waren en dat hij aan de stofresten kon zien dat de apparatuur er kort tevoren nog had gestaan. “Van R. deed de deur open, had bij wijze van spreken de koffie voor ons klaar en vroeg ook helemaal niet wat we kwamen doen” aldus De Koter onder ede. Het onderzoek naar de betrokkenheid van hooggeplaatste justitieambtenaren werd daarop noodgedwongen gestaakt, volgens zowel De Koter als Hoek als Vrakking. De huidige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven, verklaarde al in 2007 onder ede voor de rechter dat dit Rolodex-onderzoek door contra-acties was lamgelegd. Teeven was de fungerend CIE-officier van justitie in de zaak en moet dus van de hoed en de rand weten.

 

Achterbank

Bart, de eerste getuige in de reeks verhoren in Utrecht, verklaarde onder ede dat Demmink seks met hem had op de achterbank van de dienstauto. Hij was toen 15 jaar. Zaterdag 29 maart stonden er in het AD weer twee nieuwe spontane meldingen, nu over de klachten van de chauffeurs van Demmink. Justitieambtenaar Postma heeft destijds de BVD ingelicht dat chauffeur Bakker zich bij hem had beklaagd over seks op de achterbank van de dienstauto. Een adviseur van de ondernemingsraad (OR) van het departement hoorde vergelijkbare verhalen in de OR. Beiden waarschuwden de BVD dat Demmink hierdoor chantabel zou kunnen zijn.  Ook Vrakking spreekt over seks op de achterbank. Hij noemt chauffeur Mostert die zich erover  zou hebben beklaagd bij de BVD. Panorama en Gaykrant hebben hierover destijds uitvoerig bericht. Door de recente verklaring van Henk Krol  in het TV-programma Eén op één weten we nu zeker dat Panorama en Gaykrant destijds min of meer gedwongen zijn tot rectificatie en verder volledig moesten zwijgen op straffe van een dwangsom. Krol vertelt ook hoe hij als kamerlid de zaak drie keer bij Opstelten heeft aangekaart en hoe hij uiteindelijk op slinkse wijze tot zwijgen werd gebracht. Henk Krol zal hierover nog onder ede worden gehoord op verzoek van De Roestige Spijker.

 

Tegenstrijdige verklaringen

Chauffeur Bakker, van wie Postma de belastende feiten zou hebben gehoord, ontkende destijds en nu opnieuw. Inderdaad, sommige getuigen hebben de feiten van horen zeggen en inderdaad, minstens twee keer is dit ontkend door de persoon die het gezegd zou hebben. Iemand spreekt hier dus niet de waarheid, al of niet onder ede: in het geval van het regelen van jongetjes tijdens dienstreizen spreken óf de twee gevangenisdirecteuren, óf de secretaresse de waarheid. Bij de achterbankverhalen in de dienstauto zijn dat óf Panorama en Gaykrant en meerdere getuigen en zegslieden, waaronder Vrakking, óf chauffeur Bakker. Chauffeur Mostert, die destijds een hoofdrol vervulde in de Anne Frankplantsoenverhalen, is vlak voordat hij over zijn klacht kon worden gehoord, overleden en kan het dus niet meer bevestigen of ontkennen. Zijn klacht is na zijn overlijden terzijde gelegd, het dossier is zoekgeraakt. Ondertussen kan de ontstane rook minstens verstikkend worden genoemd.

 

Tweede kamer

Opeenvolgende ministers van justitie hebben altijd ontkend dat er ook maar iets aan de hand was. Van alle ministers van justitie is Opstelten hierin het meest stellig met herhaalde categorische ontkenningen en het ostentatief vergoeden van advocaatkosten.

Vooral door de verklaring van Vrakking weten we nu beter: Demmink was in de Rolodex-zaak wel degelijk in beeld. Teeven leidde als officier van justitie het Rolodex-onderzoek en daarmee het onderzoek naar Demmink. Het was ook Teeven  die naar eigen zeggen noodgedwongen besloot om dit onderzoek stop te zetten.

We hebben dus een minister van justitie die bij hoog en laag volhoudt dat er niets aan de hand was en een staatssecretaris die zwijgt, maar precies weet wat er zich heeft afgespeeld, want hij gaf destijds zelf leiding aan het onderzoek.

Het is daarom van tweeën één. Óf Opstelten wist dit allemaal niet en heeft zich op zijn minst onvoldoende laten informeren, terwijl Teeven alle feiten kende maar nu om  onduidelijke redenen  stijf zijn mond dicht houdt. Óf Opstelten is wel degelijk door Teeven ingelicht. In dat laatste geval is de tweede kamer door Opstelten onvolledig en verkeerd voorgelicht.

 

Parlementaire enquête             

Vast staat in ieder geval dat het Rolodex-onderzoek naar mogelijk kindermisbruik door hoge justitieambtenaren en leden van het Openbaar Ministerie indertijd van hogerhand vakkundig de nek is omgedraaid. We zagen hetzelfde gebeuren in het oriënterende onderzoek naar de aangiften van twee Turkse slachtoffers Mustafa en Osman tegen Demmink . De officier van justitie zei toen aan de advocate van de twee Turkse jongens  in dit onderzoek ‘aan handen en voeten gebonden te zijn’.  Gelukkig heeft het Gerechtshof te Arnhem aan deze impasse een voorlopig einde gemaakt. Het hof oordeelde dat in deze zaak wel degelijk voldoende feiten en omstandigheden aanwezig zijn voor een redelijk vermoeden van schuld. Op grond daarvan moet de officier van justitie nu een strafrechtelijk onderzoek starten naar de beschuldigingen van deze slachtoffers. Maar kunnen we het OM eigenlijk nog wel vertrouwen na alles wat er gebeurd is? Scepsis is op zijn plaats als je bedenkt dat het OM destijds de Rolodex-zaak in de doofpot stopte en de hoogste baas van Justitie tot op de dag van vandaag weigert om dat toe te geven. Deze feiten zouden al genoeg moeten zijn voor de tweede kamer om als één man op te staan en een onderzoek te eisen dat de onderste steen zal bovenhalen. Gevangenisdirecteur Molenkamp zinspeelde daarop in zijn verhoor toen hij sprak over de noodzaak van een parlementaire enquête . Wij zijn dit hartgrondig met hem eens. Een diepgaand politiek onderzoek is uiteindelijk onontkoombaar, niet wegens de vermeende seksuele escapades van de tien jaar lang hoogste justitieambtenaar, maar wegens  een overduidelijke en ongehoorde betrokkenheid van OM en departement van justitie bij een doofpotaffaire die het hart van onze rechtsstaat en democratie raakt. Laat het parlement hier eens goed over nadenken.

Graag zullen de politici dit overigens niet doen, want bijna elke partij heeft wel bewindslieden gehad die een ‘sussende’ en daarmee verhullende rol hebben gespeeld in deze affaire. Maar laat de politiek nog even de tijd nemen. Zoals het er nu naar uitziet zullen er de komende maanden nog veel meer nieuwe feiten boven water komen. En daarmee zal de noodzaak van een enquête alleen maar nijpender worden.