Ook in de ontnemingszaak weet de Hoge Raad van geen wijken

(Klik hier voor PDF-versie en printen)

Op 30 oktober 2018 bevestigde de Hoge Raad de beslissing van het gerechtshof te Den Bosch dat Baybaşin aan de Nederlandse Staat een bedrag van € 1.587.470,- moet betalen wegens wederrechtelijk verkregen voordeel.

Waar gaat dit over?

Direct na Baybaşins arrestatie in 1998 is door het OM op al zijn bezittingen en die van zijn familieleden beslag gelegd. Aan zijn advocaat werd door de officier van justitie vertrouwelijk verteld, dat dit werd gedaan om een eventuele verdediging van Baybasin financieel de wind uit de zeilen te nemen.

Maar jarenlang politieonderzoek kon niet aantonen dat Baybaşin ooit enig inkomen had verkregen uit illegale drugshandel. Evenmin kon enig inkomen worden afgeleid uit de delicten waarvoor Baybaşin op grond van dubieuze telefoonopnamen in de hoofdzaak tot levenslang werd veroordeeld. Het ging met name om vermeende slachtoffers van wie nooit kon worden aangetoond dat Baybaşin überhaupt contact met hen had gehad. Lees meer

Appendix: de vijf individuele zaken

De zaak-Baybasin betreft in feite vijf verschillende zaken: de Öge-zaak , de heroïne-zaak, de Kentuckey-zaak, de gijzelingzaak en de Marsil-zaak. In de appendix, bijgevoegd bij de reactie van de advocate, worden de vijf zaken stuk voor stuk besproken en wordt ook gedetailleerd ingegaan op de redenering en de conclusies van de advocaat-generaal. Klik hier voor het […]

OM zal en moet aantonen dat Baybasin een schurk is – en fraudeert daarom zelf met feiten en verklaringen

De ontnemingszaak

Download of print dit artikel: PDF

Download of print: de pleitnota

Al vanaf Baybasins arrestatie is het OM op zoek naar aanwijzingen voor een toename van vermogen die op drugshandel zou kunnen wijzen. Er is nog nooit iets gevonden. Toch wordt nu bij het gerechtshof in Den Bosch door de staat ruim 2 miljoen geëist. De nieuwe eis van het OM is behandeld op 19 mei (zie  Crimesite). Het gaat om drie zaken uit de jaren negentig en zoals steeds bestaat het bewijs uit afgeluisterde telefoongesprekken. Baybasin zou door het innen van een heroïneschuld eigenaar zijn geworden van een Turks restaurant in Amsterdam. Hij zou verder een heroïnehandelaar hebben afgeperst met een oude heroïneschuld en hij zou iemand onder druk hebben gezet rondom de verkoop van een stuk grond in Turkije. Intussen is verschillende malen aangetoond dat in de zaak Baybasin onder druk van Turkije ernstig geknoeid is met telefoongesprekken. Er zijn veel foute vertalingen en tekenen van manipulatie gevonden. De betrokken Turks-Nederlandse  politieman T.C. sprak in 2013 bij monde van zijn advocaat zelf over valsheid in geschrifte en oplichting (zie Feiten over Baybasin, klik naar jaar 2013). En een toenmalig financieel rechercheur,  verklaarde tegenover de rechter-commissaris dat het goed gebruik was om ontlastende verklaringen uit het proces-verbaal weg te laten. Tijdens de zitting op 19 mei in Den Bosch werd duidelijk dat dit ook in deze drie zaken het geval was.

Lees meer