Openbaar Ministerie zegt ‘onmachtig’ te zijn onderzoek naar Demmink te openen

Het Openbaar Ministerie is van mening dat de aangiften van de twee Turkse mannen, die topman mr.J.Demmink van het ministerie van justitie beschuldigen van verkrachting en seksueel misbruik ‘onvoldoende’ zijn. Volgens coördinerend officier van justitie rijksrecherche mr.J.van Zijl schiet het bewijs voor een ‘officiële strafrechtelijke verdenking’ tegen zijn hoogste baas Demmink daarom tekort. 

Het Openbaar ministerie heeft kort geleden aan mevrouw mr.A.van der Plas, advocate van de twee Turkse mannen, laten weten ‘aan handen en voeten gebonden te zijn’. In een persoonlijke gesprek op het Landelijk Parket heeft de officier haar laten weten dat, zolang er geen strafrechtelijk onderzoek loopt, hij de bevoegdheid mist vier belangrijke Turkse getuigen via een rechtshulpverzoek in Turkije te horen. Hij is daarom eveneens onmachtig de archieven van het ministerie van justitie te lichten om te zien welke reizen secretaris-generaal Demmink in de jaren negentig naar Turkije maakte. Demmink zegt sinds 1987 niet meer in Turkije te zijn geweest. Daartegenover staan verklaringen van een reeks mensen die zeggen Demmink regelmatig in Turkije te hebben ontmoet. ‘Wat is eenvoudiger dan het archief van het reisbureau van het ministerie te openen en uitsluitsel te krijgen over de reisbewegingen van mr.Demmink?’ vraagt mr.Van der Plas zich af: ‘Daardoor kunnen veel misverstanden worden opgelost.’

 

Maar de officier van justitie van het Landelijk Parket zegt dat hij voor opening van de dossiers de ‘bevoegdheid’ mist. Die bevoegdheid ontstaat uitsluitend bij een ‘officiële strafrechtelijk verdenking’. En die verdenking tegen zijn hoogste baas is er niet omdat het openbaar ministerie de aangiften van de twee Turkse mannen en de overige voorhanden getuigenverklaringen onvoldoende vindt. Advocate Van der Plas is geschokt over de beweegreden van het openbaar ministerie om Demmink met rust te laten. Ze zegt: ‘In dit land kan een anonieme tip al leiden tot het inzetten van dwangmiddelen zoals huiszoeking en arrestatie. Maar een overvloed aan getuigenverklaringen en documenten is niet in staat een strafrechtelijke verdenking te rechtvaardigen tegen de hoogste baas bij justitie.’

 

Mustafa

De twee mannen hebben aangiften gedaan tegen mr.Demmink die hen op jeugdige leeftijd heeft ‘verkracht’ en ‘seksueel misbruikt’. Mustafa Y. heeft in september 2008 bij de hoofdofficier een schriftelijke aanklacht ingediend. Eerder had hij zijn verhaal gedaan tegenover de Turkse onderzoeksjournalist Burhan Kazmali die op ondermeer internet een lang artikel  (yalovacizgi.com) schreef. Midden jaren negentig werd Mustafa geronseld door de Turkse politieman Mehmet Korkmaz om een oudere buitenlandse man seksueel van dienst te zijn. Dat gebeurde in het Akgün hotel in Istanbul. De politiefunctionaris Korkmaz bevestigde het verhaal van Mustafa tegenover de journalist Kazmali op video. Korkmaz heeft zich bereid verklaard in Turkije antwoord te geven op alle vragen die Nederlandse justitieambtenaren hem willen voorleggen. De chef van Korkmaz, N.Menzir die in de jaren negentig hoofd van politie in Istanbul was, herinnert zich de naam Demmink en wil eveneens gehoord worden. Menzir zegt dat ‘Demmink indertijd in Turkije was ter voorbereiding van de zaak Huseyin Baybasin en dat zijn politieteam hem moest beveiligen. Zijn wetenschap daarover wil hij graag met het landelijk parket delen. Kazmali bevestigde de afgenomen interviews onder ede tegenover de  officier van justitie van het parket te Fatih in Turkije. Zijn volledige verklaring met vertaling dateert van 12 december 2007.

 

Tot op heden heeft het landelijk parket niets gedaan met al deze aanbiedingen tot hulp en medewerking bij het onderzoek naar zijn hoogste chef Demmink. De aangifte van Mustafa, die door advocate Van der Plas werd aangereikt, is zelfs nog niet in behandeling genomen. Mustafa moest persoonlijk naar Nederland komen om zijn aangifte tegenover de zedenpolitie toe te lichten, luidde jarenlang het antwoord van de hoofdofficier. Zolang dat niet gebeurde, werd Mustafa’s aangifte beschouwd als niet ingediend. Ondertussen werd Mustafa in Turkije bij herhaling bedreigd om zijn aanklacht tegen Demmink in te trekken. Toen Mustafa dit weigerde werd hij zelfs ernstig mishandeld. Op 13 december 2009 is Mustafa in Istanbul gehoord door Klaas Langendoen, oud-chef van de Criminele Inlichtingendienst Kennemerland. Dit verhoor is vastgelegd op video. Mustafa wijst in dit verhoor Demmink aan als de man die hem indertijd seksueel heeft misbruikt. Op basis van dit verhoor is op 25 mei 2010 namens Mustafa een tweede aangifte tegen Demmink ingediend bij het landelijk parket, deze keer mede wegens bedreiging (van een getuige) en mishandeling dan wel het uitlokken daarvan.

 

Osman

Op 12 december 2009 hoorde Klaas Langendoen in Istanbul ook een tweede slachtoffer van Demmink, de indertijd 14-jarige Osman B.  Osman vertelde Langendoen hoe ook hij door politieman Korkmaz in contact was gebracht met Demmink, ‘een vrijgevige man bij wie je mocht roken en die je op drankjes fêteerde’. Tijdens een tochtje naar Edirne werd Osman in een hotel gedwongen bij Demmink op de kamer slapen. Toen hij de kamer wilde ontvluchten werd hij door de chauffeur van Demmink, die op de gang de wacht hield, gedwongen in de slaapkamer te blijven. Vervolgens is hij door Demmink gepenetreerd. Het verhoor van Osman is op video vastgelegd.

 

Osman heeft van deze feiten via zijn Nederlandse advocate op 25 mei 2010 aangifte gedaan tegen Demmink. Deze aangifte heeft Osman op 10 februari 2011 officieel toegelicht tegenover de zedenpolitie in Nederland. Op dezelfde datum is de Turkse journalist Kazmali, die als vertrouwenspersoon met Osman was meegereisd, door de rijksrecherche gehoord over zijn gesprekken met Mustafa, Osman en de politieman. Kazmali heeft de politie toen ook ingelicht over zijn recente ontmoeting met een derde Turkse jongen, Yacine, die seksueel is misbruikt door Demmink in Bodrum. De rechercheurs die Kazmali verhoorden lieten zich tegenover hem ontvallen, dat de door Osman afgelegde verklaring door het verhorend koppel als ‘schokkend betrouwbaar’ was gekwalificeerd.

 

De aangifte van Osman heeft niet tot een strafrechtelijk onderzoek geleid. Wel is ook Mustafa Y. door het openbaar ministerie uitgenodigd zijn aangifte in Nederland toe te lichten. Mustafa is door zijn ervaringen in Turkije doodsbang voor de lange arm van Demmink. Het feit dat er nog steeds geen daadwerkelijke actie is ondernomen op basis van Osman’s aangifte sterkt hem in deze angst. Maar Mustafa heeft via zijn advocate aangegeven bereid te zijn in een verhoor in Turkije alle vragen van de Nederlandse recherche over zijn aangifte te beantwoorden. Ook de derde jongen, Yacine, wil in Turkije met Nederlandse onderzoekers spreken over de manier waarop hij door Demmink seksueel is misbruikt.

 

Dit zal volgens het Landelijk Parket niet gebeuren. Officier van justitie mr.J.van Zijl persisteert aan handen en voeten gebonden te zijn.